Op het snijvlak van gemeenten en onderwijsinstellingen komt per 1 januari 2026 wetgeving die hen verplicht om kwetsbare jongeren regionaal en duurzaam te begeleiden richting werk. Met het oog op deze nieuwe wet besloten Onderwijsregio Rijnmond, gemeenten en verschillende doorstroompunten om in actie te komen om samen te werken aan een betere toekomst voor jongeren.
Norbert Rens
In de rubriek ‘De specialist aan het woord’ gaan we in gesprek met UPD-collega’s over hun ervaringen in de praktijk. In deze editie spreken we met Norbert Rens, trainer en consultant bij UPD.
In deze editie geeft Norbert een kijkje in de praktijk van een opdracht die hij recent heeft uitgevoerd voor onderwijsregio Rijnmond. Hij vertelt over hoe dit verbeterproject zich gaandeweg ontwikkelt én over zijn passie voor het werk dat hij doet.
Dat het project bij onderwijsregio Rijnmond wordt begeleid door Norbert is geen toeval: vrijwel alle opdrachten waar Norbert bij betrokken is spelen zich af binnen het onderwijs. “Dat is een bewuste keuze,” vertelt hij. “Ik heb mijn hele loopbaan in het onderwijs gezeten en ik geloof dat goed onderwijs hét verschil kan maken, zeker voor jongeren die kwetsbaar zijn of een complexe route afleggen.” Juist bij deze groep jongeren is samenwerking essentieel. “Zij komen uit het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of mbo-niveau 1 en 2. En ze hebben te maken met meerdere instanties tegelijk: onderwijs, Werk & Inkomen, het Doorstroompunt… Het gevaar is dat niemand echt overzicht heeft of eigenaarschap voelt. Dan dreigt de jongere uit beeld te raken.”
Nieuwe wetgeving als aanjager voor procesverbetering
De aanleiding voor het project ligt in de nieuwe wet die jongeren duurzaam naar werk moet begeleiden. “De wet vraagt om regionale samenwerking,” legt Norbert uit. “Maar samenwerking werkt alleen als je ook echt inzicht hebt in wat er nu gebeurt. Dus zijn we gevraagd door het programmateam binnen deze regio om een procesanalyse te doen: waar staan we, waar willen we naartoe, en wat is daarvoor nodig?”
Het programmateam, bestaande uit vertegenwoordigers van alle ketenpartners, fungeerde als opdrachtgever én klankbord. “We werkten nauw samen met de coördinatoren uit het veld, en hebben op basis daarvan zeven deelprocessen gedefinieerd die we in co-creatie hebben geanalyseerd.”
Praktijkkennis als uitgangspunt
De kracht van de aanpak zit volgens Norbert in het betrekken van de mensen die dagelijks met jongeren werken. “Zij weten precies wat werkt, waar het schuurt en welke afwegingen er worden gemaakt. Door hun praktijkkennis te structureren, ontstaat er gedeeld inzicht en draagvlak.”
Tijdens de werksessies werd het proces per deelgebied (zoals MBO-Werk & Inkomen of VSO-Doorstroompunt) in kaart gebracht. Daarna volgden klankbordgroepen om inzichten aan te scherpen en breder te verankeren. “Op die manier bouw je het op met de mensen zelf — niet vóór hen.”
Eén jongere, één route
Wat blijkt uit de analyses? “Er is veel versnippering. Organisaties weten niet altijd van elkaar wat ze al doen voor een jongere. Dat leidt soms tot dubbele acties of verwarring, en die jongere haakt dan af. Frustratie, wantrouwen, uit beeld verdwijnen: dát willen we voorkomen.”
Daarom staat de ‘reis van de jongere’ centraal. “Die moet logisch, menselijk en samenhangend zijn. Met zo min mogelijk schakelmomenten en een warme overdracht. In sommige regio’s lukt dat al beter, bijvoorbeeld via één-loket-structuren. Maar andere staan nog aan het begin.”
Van analyse naar actie
Uit de procesanalyse kwamen per deelproces risico’s en kansen naar voren. “We hebben die gezamenlijk geprioriteerd. Wat móét er eerst gebeuren om verbetering zichtbaar te maken?” zegt Norbert. “Soms is dat betere informatiedeling, soms een vaste contactpersoon, soms het beter benutten van succesvolle interventies.”
Belangrijk daarbij is de AVG-wetgeving. “Informatie delen kan niet altijd. Soms wil de jongere dat ook niet. Dan moet je het gesprek aangaan: waarom zou het tóch in zijn of haar belang zijn?”
Standaardiseren én ruimte houden voor maatwerk
Opmerkelijk is de paradox waar Norbert op wijst: “We maken nu procesbeschrijvingen om overzicht te creëren, maar de werkelijkheid van jongeren past niet altijd in vaste structuren. Dus bouwen we flexibiliteit in: we werken met ‘rotondes’ in het proces, waar je opnieuw een afslag kunt kiezen.”
Dat vraagt om scherp kijken: waar gaat het fout? En wie speelt daar een rol? “Doordat we nu alle stappen in kaart hebben, weten we ook wie wanneer aan zet is — en waar bijgestuurd moet worden.”
De volgende stap: van papier naar praktijk
De huidige fase is die van vertaling naar bestuur en implementatie. “We maken samen met het programmateam een reportage voor het bestuur: dit is wat we hebben gedaan, dit zijn de inzichten, dit zijn de prioriteiten. En: dit zijn de risico’s als we het nu niet goed implementeren.”
UPD blijft daarbij betrokken als kritische vriend. “We denken mee, faciliteren gesprekken en houden het geheel in beweging. Juist omdat we weten dat het niet vanzelf loopt.”
Wat andere regio’s hiervan kunnen leren?
“Begin bij de mensen uit het werkveld,” zegt Norbert. “En accepteer dat de reis van een jongere zich niet laat vastleggen in één proceslijn. Maar de oefening van procesdenken helpt wél om zicht te krijgen op waar het beter kan. Dáár zit de waarde. Want het gaat om duizenden jongeren die het verschil merken tussen versnippering of verbinding.”
Meer weten?
Meer weten over onze dienstverlening in het onderwijs en/of gemeenten? Neem dan een kijkje op onze sectorpagina’s of lees één van onze andere klantverhalen. Je kunt ons natuurlijk ook gewoon bellen via tel. 020 345 3015 of een e-mail sturen.
Contact opnemen